Betekenis van soevereiniteit (wat is, concept en definitie)

Wat is soevereiniteit:

Soevereiniteit is de hoogste autoriteit waarin de politieke en publieke macht van een volk, een natie of een staat over zijn grondgebied en zijn inwoners berust. Het is ook de onafhankelijkheid van elke staat om zijn wetten te creëren en zijn middelen te controleren zonder de dwang van andere staten.

De term soevereiniteit komt uit het Latijn en wordt gevormd door de term nuchter-, wat hierboven betekent, het achtervoegsel -anus, wat zich vertaalt als herkomst, en het achtervoegsel ía. Het verwijst naar het hebben van macht of gezag over anderen.

In de politiek bevestigde Jean Bodin in 1576 dat de soeverein het superieure wezen was dat de macht had om te beslissen, om wetten op te leggen zonder ze van een ander te ontvangen. Daarom was hij niet onderworpen aan geschreven wetten, maar aan goddelijke of natuurlijke wetten.

In 1651 vestigde Thomas Hobbes de soeverein als de enige vorm van macht. Daarom was de soevereiniteit hiervan niet afhankelijk van goddelijke of natuurlijke wetten.

Later, in 1762, definieerde Jean-Jacques Rousseau soevereiniteit als een macht van het volk, dat wil zeggen de zogenaamde volkssoevereiniteit. Hij waarschuwde echter dat elk individu tegelijkertijd soeverein en onderdaan was, wat alle burgers gelijk en vrij maakte.

Volkssoevereiniteit is een voorbeeld van de uiting van gezag. Dat geldt ook voor nationale soevereiniteit (uitgeoefend door de staat), interne soevereiniteit (de macht die wordt uitgeoefend binnen een territorium) en externe soevereiniteit (de autoriteit die wordt uitgeoefend door een staat ten opzichte van zijn gelijken).

De schending van de soevereiniteit van een land of een staat kan tragische gevolgen hebben, zoals het uitbreken van een militair conflict.

Voorbeelden van soevereiniteit

Soevereiniteit is er maar één, maar het is van toepassing op verschillende gebieden. De uitoefening van gezag binnen een staat, het beheer van zijn middelen en diplomatieke betrekkingen zijn slechts enkele voorbeelden van hoe soevereiniteit wordt toegepast.

Volkssoevereiniteit

Volkssoevereiniteit is het gezag dat wordt uitgeoefend door de mensen of een groep burgers die in een bepaald gebied wonen. Deze vorm van soevereiniteit impliceert de uitoefening van de individuele wil, uitgedrukt door middel van stemmen, waarmee besluiten van algemeen belang worden genomen en regeringsvertegenwoordigers worden gekozen.

Hoewel alle burgers het recht hebben om hun soevereiniteit uit te oefenen door te stemmen, is het noodzakelijk om aan enkele vereisten te voldoen die afhankelijk zijn van de wetten van elk land. In het algemeen moet u een burger zijn van het grondgebied waar u gaat stemmen en de wettelijke leeftijd hebben.

Stemmen of kiesrecht is het mechanisme dat volkssoevereiniteit legitimeert, aangezien burgers niet in hun eentje beslissingen kunnen nemen of hun vertegenwoordigers kunnen kiezen. Om deze reden is het kiesrecht gekoppeld aan de democratische uitoefening van een natie.

Wanneer een gemeenschap bijvoorbeeld in een referendum stemt om de bouw van een nieuw winkelcentrum goed of af te keuren, oefent ze haar volkssoevereiniteit uit. Wanneer u de stem gebruikt om uw burgemeesters, gouverneurs of de president van de natie te kiezen, oefent u ook uw soevereine gezag uit.

nationale soevereiniteit

Nationale soevereiniteit is de autoriteit die een natie uitoefent tegenover de burgers waaruit het bestaat en tegenover andere naties. Een natie wordt beschouwd als een netwerk van instellingen waarin de macht wordt uitgeoefend namens het volk, in plaats van de som van de wil van zijn burgers.

Wanneer een land bijvoorbeeld een militair conflict begint omdat het zijn grondgebied is binnengevallen, houdt het niet noodzakelijk rekening met de wil van al zijn burgers. Maar het kan dit soort beslissingen nemen omdat het zijn nationale soevereiniteit uitoefent via zijn officiële instellingen (uitvoerende macht, strijdkrachten, enz.).

Interne of politieke soevereiniteit

Interne soevereiniteit of politieke soevereiniteit is het vermogen van een staat om gezag uit te oefenen op zijn grondgebied, zoals vastgelegd in zijn grondwet en zijn formele instellingen.

De organisatie van de macht (uitvoerend, wetgevend en gerechtelijk) en het burgerlijk wetboek zijn uitdrukkingen van de interne soevereiniteit van een natie om acties uit te voeren, wetten te bevelen of beslissingen te nemen.

De interne soevereiniteit wordt op zijn beurt weerspiegeld in andere gebieden die te maken hebben met het interne beheer van de middelen van een staat:

  • voedselsoevereiniteit: het is de macht die elke staat heeft om het beleid te bepalen dat te maken heeft met de productie van zijn voedsel.
  • economische soevereiniteit: het is de bevoegdheid van een staat om maatregelen met betrekking tot zijn valuta (valutawaarde, wisselkoers, rentetarieven, enz.) te creëren en uit te voeren.
  • militaire soevereiniteit: verwijst naar het vermogen van de staat om zijn grenzen te beschermen met zijn eigen strijdkrachten, zonder tussenkomst van andere staten.

externe soevereiniteit

Externe soevereiniteit is datgene wat een staat in de internationale arena uitoefent met andere staten. Het wordt uitgedrukt door diplomatie en internationale verdragen, en de grenzen ervan worden geregeld door het internationaal recht.

Het duidelijkste voorbeeld van externe soevereiniteit is wanneer een land zijn grondgebied beschermt tegen buitenlandse agressie. Door zichzelf te verdedigen, gebruikt het zijn soevereiniteit om te voorkomen dat een ander land zich met zijn grondgebied bemoeit.

Een ander voorbeeld zijn internationale verdragen, waarin elke staat een reeks juridische verbintenissen aangaat met andere gelijken. Deze verdragen zijn vastgelegd in het internationaal recht, maar doen geen afbreuk aan het gezag dat elke staat over zijn grondgebied heeft.

  • Gebied.
  • Interferentie
  • Grens.
  • Onafhankelijkheid.
  • Democratie.
  • Grondwet.
  • Staat.

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave