Betekenis van celtheorie (wat is, concept en definitie)

Wat is celtheorie:

De celtheorie stelt dat: alle organismen bestaan ​​uit cellen, dat de cel de is basiseenheid van het leven en dat alle cellen uit andere cellen komen.

De postulaten van de celtheorie waren alleen mogelijk dankzij de uitvinding van de microscoop door de Nederlandse koopman Zacharias Janssen in 1590. Deze innovatie werd gewijzigd door de Engelse wetenschapper Robert Hooke, en creëerde in 1665 de microscoop waarmee hij de eerste cellen kon observeren.

Robert Hooke (1635-1703) bedacht de term 'cel' en definieerde het als basiseenheden van organismen, en kwam tot die conclusie door alleen dode weefsels te observeren, zoals een kurk.

Enkele jaren later verbeterde de Nederlandse koopman Anthony van Leeuwenhoek (1632-1723) Hooke's telescoop en observeerde voor het eerst levende cellen, waarbij hij micro-organismen identificeerde. Door deze ontdekking kennen we hem als de 'vader van de microbiologie'.

De grondbeginselen van celtheorie ze worden 200 jaar na de waarneming van de eerste cellen gedefinieerd. De eerste 2 postulaten van de celtheorie van Theodor Schwann en Matthias J. Scheiden stellen respectievelijk:

  1. De cel is de basiseenheid van het leven
  2. Al het leven bestaat uit cellen

Postulaten van celtheorie

De moderne celtheorie is gebaseerd op de 2 eerste stellingen van de Pruisische bioloog Theodor Schwann (1810-1882) en de Duitse botanicus Matthias J. Scheiden (1804-1881) in de jaren 1830:

eerste postulaat

De cel is de basiseenheid van het leven

Dit eerste postulaat van Theodor Schwann begint met de fundamenten van wat we kennen als celtheorie. Dit betekent dat de cel een structurele eenheidMet andere woorden, alle organismen bestaan ​​uit cellen, de basisstructuur van het leven.

tweede postulaat

Al het leven bestaat uit cellen

Het tweede postulaat gedefinieerd door de botanicus Matthias Schleiden, spreekt over de cel als a functionele eenheid van organismen omdat ze alle vitale en essentiële processen voor het leven bevatten.

In die zin definieert de moderne celtheorie de cel als een reproductieve eenheid, vanwege het vermogen om andere cellen te genereren door celdelingen zoals mitose en meiose.

derde postulaat

Alle cellen komen uit andere cellen

Dit postulaat geeft aan dat elke cel voortkomt uit de deling van een andere cel en daarom de nodige genetische informatie in zich heeft. Daarom wordt de cel ook herkend als a erfelijke eenheid.

Dit postulaat is van Robert Remak (1815-1865) maar werd ten onrechte toegeschreven aan Rudolf Virchow, die later bekend stond vanwege het plagiaat van de onderzoeken naar cellen.

Belang van celtheorie

De 3 basispostulaten van de celtheorie werden geboren tussen 1830 en 1855, een tijd waarin er in de wetenschappelijke gemeenschap nog verdeeldheid bestond over de oorsprong van het leven. Aan de ene kant stonden de abiogenisten, die geloofden in spontane generatie, en aan de andere kant de biogenisten, die beweerden dat leven alleen kon ontstaan ​​uit een ander reeds bestaand leven. Deze laatste groep werd gevormd toen Anthony van Leeuwenhoek in 1668 micro-organismen ontdekte, maar de theorie van biogenese zou pas in 1887 door de wetenschappelijke gemeenschap worden gevalideerd.

Alle postulaten van de celtheorie duiden de cel aan als een eenheid van oorsprong, zijnde de basiseenheid van het leven, de enige eenheid waaruit anderen kunnen worden geboren en noodzakelijkerwijs uitgaande van een reeds bestaande.

Tegenwoordig zijn zelfreplicerende moleculen bestudeerd in onze organismen die mogelijk in het universum hebben bestaan ​​voordat de eerste cellen werden gevormd. Er zijn nog veel theorieën die bestudeerd moeten worden en daarom is het belangrijk dat de celtheorie doorgaat met haar onderzoeken en observaties.

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave