Betekenis van antropologie (wat is, concept en definitie)

Wat is antropologie:

Antropologie is een sociale wetenschappen die is gewijd aan de studie van alle aspecten van Menselijke natuur. Het is een term van Griekse oorsprong die is samengesteld uit de woorden antropos, wat betekent 'man' of 'mens', en logo's, wat 'kennis' of 'wetenschap' betekent.

Antropologie bestudeert menselijke fenomenen, dus het houdt rekening met zowel de oorspronkelijke en oude samenlevingen als de huidige. Deze wetenschap houdt rekening met de evolutie van de menselijke soort, etnische diversiteit, culturele diversiteit, sociale gebruiken, overtuigingen, transformatieprocessen, enz.

Antropologische studies tonen de culturele diversiteit aan die bestaat en heeft bestaan ​​door de geschiedenis heen, wat heeft bijgedragen aan het bevorderen van respect en tolerantie voor uiteenlopende overtuigingen en culturen.

Als sociale wetenschap staat de antropologie open voor de integratie van verschillende disciplines Ze proberen na te denken over de biologische, sociale en culturele dimensies. De belangrijkste gebieden zijn:

  • Fysische of biologische antropologie: bestudeert de genetische en biologische aspecten van de mens, rekening houdend met het evolutionaire perspectief en de aanpassing van de soort aan de omgeving. Binnen dit vakgebied zijn onder meer specialiteiten als genetische antropologie, forensische antropologie, paleoantropologie te onderscheiden.
  • Sociale antropologie, culturele antropologie of etnologie: analyseert het gedrag van de mens in de samenleving, sociale en politieke organisatie, sociale relaties en sociale instellingen. Het onderzoekt ook culturen in tijd en ruimte, gebruiken, mythen, waarden, overtuigingen, rituelen, religie en taal. Hieruit komen gebieden als stedelijke antropologie, verwantschap, filosofie of religie naar voren. Sommige auteurs nemen ook archeologie op in deze categorie.
  • Taalkundige antropologie: Het richt zich op de studie en het begrip van menselijke talen als systemen van symbolische representatie.

Oorsprong van de antropologie

De reflectie op de samenleving, de mens en zijn gedrag heeft zijn antecedenten uit de klassieke oudheid door het denken van de grote filosofen, vooral de Griekse Herodotus, beschouwd als de vader van geschiedenis en antropologie.

De verhalen van reizigers, missionarissen en kooplieden over de gewoonten van de inboorlingen van de landen die zijn ontdekt na de reizen van Columbus en andere zeevaarders over de hele wereld kunnen ook als achtergrond worden genoemd.

Vanaf de 18e eeuw werd, dankzij de zorgen van de Verlichtingsbeweging, de studie van zowel de wetenschappen als de geesteswetenschappen bevorderd, en daarin begon onderzoek in de sociale en culturele sfeer ruimte te winnen. In deze context waren de debatten over de menselijke conditie erg belangrijk voor de ontwikkeling van antropologische studies.

Echter, antropologie als specifiek vakgebied vindt zijn oorsprong in de tweede helft van de 19e eeuw net als sociologie. Het verschilde van dit en andere gebieden van humanistische studie in het feit dat de antropologie tegen die tijd was gericht op het onderzoek van afgelegen samenlevingen, cultureel vreemd aan de westerse samenleving, die als 'eenvoudig' of 'primitief' werden beschouwd.

Gedurende de eerste fase werd de antropologie sterk beïnvloed door sociaal evolutionisme, gerelateerd aan Darwins theorieën over de evolutie van de menselijke soort. Dit idee probeerde ook toe te passen als een algemene wet om sociaal-culturele verschijnselen te bestuderen. Verder werd de 19e eeuw gekenmerkt door de ontwikkeling van kolonialisme en imperialisme. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de antropologie in haar beginjaren een 'etnocentrisch' perspectief had.

Maar vanaf de tweede helft van de 20e eeuw, toen moderniseringsprocessen ook verre samenlevingen bereikten, begon de antropologie allerlei culturen te bestuderen, ook moderne.

Inderdaad, vanaf de 20e eeuw begon de antropologie met een proces van verandering waarin haar benaderingen, methoden en doelen werden getransformeerd totdat ze een 'moderne' antropologie consolideerde. In die zin wordt ervan uitgegaan dat Claude Lévi-Strauss bij uitstek een van de belangrijkste aanjagers van deze verandering was.

Lévi-Strauss was de vader van het structuralisme in de sociale wetenschappen. Bovendien oefende hij een opmerkelijke invloed uit dankzij de ontwikkeling van zijn theorie van de alliantie, de studie van de mentale processen van menselijke kennis en de structurele analyse van mythen.

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave